Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook werpt gij u op een [55]wees; en gij [56]graaft tegen uw vriend. 55. Zo noemt Job zichzelven omdat hij van aller mensen hulp verlaten was. Van zulke wezen mag men enigszins verstaan hetgeen de kerk Gods klaagt, Klaagl.5:3. 56. Te weten, een put, of kuil, waarin gij hem vangt. De manier van spreken vindt men vol Ps.57:7; Jer.18:20, enz. Job beklaagt zich dat zijn vrienden hem door listige redenen zochten te verstrikken en te bezwaren. Doch dewijl het Hebreeuwse woord ook somtijds betekent maaltijd bereiden of houden, gelijk onder, hfdst.40 vs.25, en 2 Kon.6:23, zo wordt deze plaats van anderen overgezet: Gijlieden houdt maaltijd over uw vriend; dat is, gij zijt verblijd over zijn lijden. Graven zou hier ook kunnen genomen worden voor enig kwaad berokkenen of bedenken, gelijk Spreuk.16:27.